Dat heeft hij geantwoord op Kamervragen van de Tweede Kamerleden Van der Staaij (SGP), De Roon (PVV) en Voordewind (ChristenUnie) over de uitzetting van vijf zendelingen uit Marokko.
De zendelingen, afkomstig uit Zwitserland, Zuid-Afrika en Guatemala, moesten in december vorig jaar het land verlaten omdat ze volgens de Marokkaanse politie niet-aangemelde bijeenkomsten hielden, en ze mensen probeerden te bekeren tot het christendom.
De Tweede Kamerleden vroegen minister Verhagen van Buitenlandse Zaken om de druk op het Noord-Afrikaanse land op te voeren om de positie van religieuze minderheden in het land te waarborgen.
,,Het staat christenen en joden vrij hun godsdienst te beoefenen, maar de Marokkaanse overheid grijpt in als er sprake is van al dan niet vermeende zendingsactiviteiten'', schrijft Verhagen. ,,Er lijkt geen sprake te zijn van radicalisering van de islamitische overtuiging in Marokko, maar er is sprake van een duidelijk beleid om de eigen relatief gematigde islam te beschermen tegen invloeden van buiten.''
Zorgelijk
De minister vindt het wel ,,zorgelijk'' dat moslims in Marokko zich moeilijk tot het christendom kunnen bekeren. Hij schrijft dat hij de kwestie van godsdienstvrijheid ,,in contacten met Marokko en in de relevante fora'' aan de orde zal stellen, aldus frieschdagblad.nl.