Vrijspraak gevraagd voor El-Moumni

Tot verrassing van alle betrokkenen heeft het openbaar ministerie het Haagse gerechtshof maandag gevraagd de Rotterdamse imam El-Moumni vrij te spreken. De rechtbank in Rotterdam had hem eerder al vrijuit laten gaan, maar daartegen was door de officier van justitie hoger beroep aangetekend. De homobeweging is nu woedend op het openbaar ministerie. Advocaat-generaal mr. L. Kaptein bij het Haagse hof vindt dat El-Moumni met zijn opmerkingen over homoseksualiteit velen in ons land "een klap in het gezicht" heeft gegeven. Terecht is volgens haar vervolging tegen de imam ingesteld, omdat zijn uitlatingen sterk wijzen in de richting van belediging en aanzetten tot haat. Toch vorderde ze vrijspraak, omdat de uitspraken van de verdachte rechtstreeks zijn terug te voeren op teksten van de islam. Die heeft de imam niet als dekmantel gebruikt maar als antwoord op de vraag wat de koran zegt over homoseksualiteit. De Rotterdamse rechtbank vond dat die uitspraken vallen onder de vrijheid van godsdienst. Daardoor zijn ze niet strafbaar. Daarbij overwoog de rechtbank dat El-Moumni het woord 'ziekte' had gebruikt in de zin van 'afwijking.' Ook had hij niet aangezet tot haat. Advocaat-generaal mr. Kaptein is dat met de rechtbank eens. Ze betoogde dat de redactie van NOVA de imam op dit punt geen recht heeft gedaan. Tijdens het interview had hij wel degelijk zijn afkeuring uitgesproken over geweld van Marokkaanse jongeren tegen homo’s. Dat gedeelte werd echter niet uitgezonden. Wel vindt mr. Kaptein de bewoordingen van El-Moumni ondoordacht. Hij heeft zich volgens haar onvoldoende gerealiseerd wat het schadelijk effect van het interview zou kunnen zijn. Volgens zijn advocaat, mr. L. van de Puttelaar, is het verbieden van homoseksualiteit in de christelijke, Joodse en islamitische religie terug te voeren op de gedachte van "gaat heen en vermenigvuldig u". "Nu dat niet meer van toepassing is, zou het mooi zijn als er een nieuwe god zou komen, bij voorkeur een vrouw, die andere regels zou uitvaardigen." De homobeweging reageert woedend op de eis van het openbaar ministerie dat de Rotterdamse imam moet worden vrijgesproken. Voorzitter H. Beerten van het COC vindt het tijd dat de politiek afschaffing van de vrijheid van godsdienst in overweging neemt. "Godsdienst wordt hier misbruikt om te discrimineren en de islam is niet de enige gods- dienst die hiervoor misbruikt wordt." De Tweede Kamer wacht nog op een grondrechtennota van minister Nawijn. Daarin zal worden ingegaan op de vraag of de godsdienstvrijheid zwaarder dient te wegen dan het non-discriminatiebeginsel. Het hof doet op 18 november uitspraak. Dat het openbaar ministerie vrijspraak heeft gevraagd, wil niet zeggen dat het hof die eis zal volgen. Wel is de eis in lijn met uitspraken van de Hoge Raad, die op dit punt voor een ruime uitleg van de wet is.