'Nederlanders zijn niets gewend'
DAG lift mee met een Marokkaanse familie.
16 July 2008
lifestyle

De jaarlijkse uittocht is begonnen. Van de ruim driehonderdduizend Nederlandse Marokkanen gaat driekwart elke zomer naar Marokko, meestal met de auto. De gezinnen die het laatst vakantie krijgen, vertrekken komend weekend.

Busjes die met bagage opgestapeld op het dak over de Franse snelwegen zwabberen. Dat stereotiepe beeld is bekend. Maar hoe gaat de jaarlijkse reis van ongeveer 190.000 Marokkaanse Nederlanders echt?

De Utrechtse stichting Soda Producties wil de integratie bevorderen door Nederlandse jongeren mee te laten rijden met Marokkaanse gezinnen. Via Soda Producties stapte ik in de Mercedes van de Soester familie Azougagh. Met Abdel, Saïda en hun twee zoontjes van 8 en 2 reed ik mee naar hun Marokkaanse geboortestad Fes.

Met de rest van vakantievierend Nederland staan we nog voor de brug bij Gorinchem al in een kilometerslange file. Abdel vertelt over de gevaren van de reis die voor de boeg ligt. ‘Vrienden werden bij een politiecontrole in Spanje aan de kant gezet. Plotseling trokken de nepagenten hun wapens en beroofden hen van hun geld. Zelfs de imam zegt dat we niet moeten stoppen voor Spaanse politiecontroles.’

Maar er gebeuren onderweg ook leuke dingen hoor, vertelt Saïda. ‘Vaak kom je op parkeerplaatsen bekenden tegen, heel gezellig. En we lachen ons soms rot om andere Marokkanen die drie fietsen, een rolstoel en twee koelkasten meenemen op het dak. Doen wij niet. Je kunt in Marokko tegenwoordig ook alles kopen.’

Na uren fileleed stoppen we in België om te eten. Picknickkleedjes van andere families liggen verspreid over de parkeerplaats. Er wordt gegeten en gebeden. Uit de koelbox komen gebakken kippenpootjes, een grote bak olijven en Turkse pizza’s tevoorschijn.

Om twee uur ’s nachts, in de buurt van Bordeaux, besluit Abdel na uren achtereen doorrijden om weer even te rusten. Auto op een parkeerplaats, stoel naar achter en slapen maar. Althans, dat is de bedoeling. Ik doe geen oog dicht. Bij het eerste ochtendlicht, komt de parkeerplaats tot leven. Het is dringen bij de koffieautomaat en er staat een rij voor de toiletten, waar mensen zich wassen.

Om vijf uur ’s morgens gaan we met een dubbele espresso achter de kiezen, weer verder. Als Abdel een Nederlands busje inhaalt, is duidelijk te zien hoe de bestuurder zit te knikkebollen. ‘Die lui zijn gek,’ zegt Abdel. ‘Wij hebben nog eventjes gerust; zij slapen waarschijnlijk helemaal niet. Veel Marokkanen doen dat, maar het is hartstikke gevaarlijk.’
Op dag twee vat Abdel het plan op om even bij zijn jongere broer Ahmed in Madrid langs te gaan. Ze hebben elkaar al twee jaar niet gezien. We worden er aan het eind van de middag met open armen ontvangen. Wat willen we eten? Willen we echt niet nog een paar dagen blijven? Achmed deelt met drie anderen een miniem appartement, maar ondanks zijn bescheiden behuizing kent zijn gastvrijheid geen grenzen.

Rond middernacht vertrekken we weer. Door de Spaanse nacht gaat het richting havenstad Algeciras. Wakker blijven wordt nu echt een kunst. Abdel heeft er zijn trucjes voor. De airco gaat op de vriesstand. ‘Blijf je lekker wakker. En als er toch niemand op de weg is, kun je het beste de stippellijn op het midden van de weg volgen. Da’s makkelijk mikken.’

Voor het eerst ervaar ik hoe het is om echt slaapdronken te zijn. Letterlijk tollend op mij benen van het slaapgebrek na twee doorwaakte nachten, stap ik op de ochtend van de derde dag uit de auto. Abdel kan er wel om lachen: ‘Nederlanders zijn niets gewend.’

Na de oversteek van de Straat van Gibraltar is het nog vierhonderd kilometer naar Fes. Bijna 52 uur na vertrek uit Soest sluiten Abdel en Saïda hun familie in de armen. ‘Zodra je aankomt, vergeet je de reis,’ zegt Abdel. ‘Daaraan denken we pas weer over vier weken als we terugrijden.’

Die nacht slaap ik in het bed van Abdels vader. Zelfs de oproep tot het gebed van de moskee die ‘s morgens vroeg door merg en been gaat, krijgt me niet wakker.
‘ Strand, feesten en familie
Eenmaal in Marokko is het tijd voor strand, feesten en vooral familiebezoek. GroenLinks-politica Naïma Azough en zangeres Katima vertellen hoe zij de vakantie in het vaderland van hun ouders doorbrengen, aldus DAG.nl.

Naïma Azough vertrekt dit weekeinde, met de auto. ‘Ik kan bijna niet wachten. Die lange autoreis vind ik helemaal niet erg. Vroeger vond ik het al supergezellig. Ook al mopperde mijn vader wat af, hij moest helemaal in zijn eentje rijden. Goed uitrusten kon hij ook niet. Wanneer we de auto langs de kant zetten om te rusten, ging hij op een dekentje voor de auto liggen slapen. Zo kon hij het gezin beschermen tegen dieven.’

dag marokko familie azougagh abdel saïda
Heb jij een nieuwstip? Geef het door aan de redactie
Log in met je MNL-ID
| wachtwoord vergeten?
tag \\ mode
tag \\ marrakech
tag \\ trouwen
tag \\ mohammed vi