De door GroenLinks, SP, PVV, D66 en Partij voor de Dieren ingediende Kameruitspraak werd met 96 tegen 40 stemmen verworpen.
Het is in de parlementaire geschiedenis van Nederland niet eerder voorgekomen dat een minister-president te maken kreeg met een tegen hem persoonlijk gerichte motie van wantrouwen.
De vijf oppositiepartijen vonden de reactie van het kabinet ,,en de minister-president in het bijzonder'' op het rapport van de commissie Davids naar de oorlog tegen Irak zo onbevredigend dat ze het vertrouwen in Balkenende opzegden.
Volgens de partijen had de onderzoekscommissie geconstateerd dat de Tweede Kamer in de jaren 2002 en 2003 ,,op cruciale punten onjuist, onvolledig en selectief is geinformeerd over de onderbouwing van de beslissing om de inval in Irak politiek te steunen.''
In de motie werd voorts gesteld dat Balkenende ,,zowel in ambt als persoon hiervoor de primaire politieke en ministeriële verantwoordelijkheid draagt.'' GroenLinks-fractievoorzitter Femke Halsema, eerste indiener van de motie kwalificeerde het onjuist informeren van de Kamer als ,,een politieke doodzonde''.
Maar een meerderheid van de Tweede Kamer schaarde zich achter de vorige week gepresenteerde reactie van het kabinet op het rapport van de commissie Davids. Daarin erkent het kabinet dat een ,,adequater'' volkenrechtelijk mandaat voor de inval nodig was geweest. Ook geeft het kabinet toe dat de informatieverstrekking beter had gekund, aldus nrc.nl.