De voormalige Tunesische president Zine El-Abidine Ben Ali kan ervan meespreken. Maar ook elders in de Arabische wereld dreigt sociale onrust door hoge voedselprijzen.
Goedkoop voedsel voor het volk is een ongeschreven pact tussen Arabische dictators en hun onderdanen. Sinds de jaren vijftig voorzien autoritaire Arabische regimes in gesubsidieerde voedingsmiddelen als brood, melk en eieren, in ruil voor politieke rust. ''Die subsidies wegen zwaar op de begroting, maar toch durven functionarissen ze niet te schrappen'', zegt econoom Abdel Fatah El-Gebali van het Al-Ahram-centrum voor Politieke en Strategische Studies. "Ze vrezen dat inflatie tot sociale oproer zal leiden."
Subsidies
Overal in de Arabische wereld komen inefficiente subsidiesystemen onder druk te staan door piekende voedsel- en brandstofprijzen op de wereldmarkt. Regeringen staan voor een dilemma: de voedselinflatie aan banden leggen en zo een groter tekort in de begroting riskeren, of de voedselprijzen laten stijgen en sociale onrust riskeren. In Tunesië werd de foute keuze gemaakt.
Al wekenlang protesteren Tunesiers tegen hoge werkloosheid, corruptie en politieke vervolging. Ook de prijzen van basisvoedsel als graan en melk, die met een kwart stegen in de eerste week van januari, zitten de bevolking dwars. ''We willen brood, water, en geen Ben Ali'', riep een groep manifestanten.
Bij de broodrellen in 1984 kwamen zo'n tachtig Tunesiers om het leven. Ze brachten bijna de regering van Ben Ali's voorganger Habib Bourguiba ten val. Gelijkaardige protesten deden zich voor in Egypte in 1977, in Marokko in 1981, en in Jordanië in 1989. Tot slot konden de islamisten na broodrellen in 1988 bijna de controle over het parlement in Algerije verwerven, met een decenniumlange burgeroorlog als gevolg.
Bron: gva.be