De ploeg plaatste zich woensdag voor de finale van de Copa del Rey door Valencia met 2-0 te verslaan. FC Barcelona had eerder in Valencia nog met 1-1 gelijk gespeeld en moest voor eigen publiek winnen. Josep Guardiola paste zijn elftal zowaar wat aan door Javier Mascherano in te brengen voor Dani Alves, waardoor Carles Puyol rechtsback werd. Op die manier moest het 'gevaar' Jordi Alba in toom gehouden worden.
Puyol slaagde uitstekend in die taak. De aanvoerder van de Catalanen was het talent van Valencia slechts één keer kwijt, maar toen bracht de rappende keeper Pinto redding voor FC Barcelona. Op dat moment, dat plaats vond in de tweede helft, stond de thuisploeg bovendien al met 1-0 voor.
Francesc Fabregas opende in de veertiende minuut namelijk al de score. De Spanjaard tikte binnen na een fenomenale pass van Lionel Messi, die na een aantal mindere duels weer fantastisch speelde. Scoren deed de Argentijnse balkunstenaar echter niet, al had dat vooral te maken met de uitblinkende Valencia-keeper Diego Alves.
Diego Alves was vlak voor tijd echter kansloos op een inzet van Xavi. De spelmaker zag twee ploeggenoten nog falen in de afronding, maar schoot zelf onhoudbaar raak en besliste daarmee de wedstrijd. FC Barcelona neemt het in de finale van het bekertoernooi op tegen Athletic de Bilbao.