Dat stelt het Israëlische leger, dat een onderzoek naar een van de ernstigste incidenten in de oorlog heeft afgesloten. In januari 2009 kwamen 21 leden van een Palestijnse familie om het leven toen Israëlische mortiergranaten insloegen in het huis waar de familie Samouni zich bevond. Overlevenden zeggen dat de familie opdracht van Israëlische militairen had gekregen om in het huis te schuilen. Het Israëlische leger heeft aantijgingen dat het om een oorlogsmisdaad ging verworpen en zei dat het huis niet opzettelijk of roekeloos zou zijn gebombardeerd.
De Israëlische mensenrechtengroep B'tselem noemde het 'onaanvaardbaar' dat het leger zichzelf heeft vrijgepleit in de zaak. Nabestaanden hebben woedend gereageerd. "We hebben het hier over een misdrijf tegen burgers", zei Salah Samouni (34), wier 2-jarige dochter werd gedood bij het bombardement. "We weten dat God daarboven de moordenaars zal straffen. Ze ontlopen een proces, maar niet Gods toorn."
Bij het drie weken durende offensief in de Gazastrook, kwamen veertienhonderd Palestijnen en dertien Israëliërs om het leven.