Bosnische moslims begraven slachtoffers Srebrenica

Het is precies zeventien jaar geleden dat de ergste slachtpartij in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog plaatsvond. De doodskisten met de overblijfselen van de moslimmannen en -jongens die op 11 juli 1995 werden vermoord staan klaar bij het herdenkingscentrum. De graven zijn gegraven. Ook staan er ambulances klaar om degenen op te vangen voor wie het allemaal te veel wordt. Rabija Hrustanovic heeft de overblijfselen van haar echtgenoot en broer gevonden in de zee van eenvoudige groene kisten. "Ik wil naast ze gaan liggen en hier voor altijd blijven", zegt ze, voor ze in tranen uitbarst. In massagraven in het oosten van Bosnië worden nog altijd lichamen van slachtoffers gevonden. De zoektocht wordt bemoeilijkt door het feit dat sommige daders overblijfselen hebben opgegraven en in andere massagraven hebben begraven in een poging bewijs voor hun daden uit te wissen. Elk jaar worden opnieuw mensen begraven op de begraafplaats bij het herdenkingscentrum in Srebrenica. Inmiddels zijn vijfduizend slachtoffers geïdentificeerd en herbegraven. De slachtoffers zijn met behulp van dna-analyse geïdentificeerd. Srebrenica had van de Verenigde Naties de status van veilig gebied gekregen. Toch konden soldaten van Dutchbat niet voorkomen dat de troepen van de Bosnisch-Servische legerleider Ratko Mladic de enclave innamen. Achtduizend jongens en mannen werden geëxecuteerd. Mladic en zijn politieke leider Radovan Karadzic staan terecht voor het Joegoslaviëtribunaal.