Zestien moslimpredikers die op weg waren naar een religieuze conferentie zijn zondag in Mali doodgeschoten. Volgens de eerste berichten werden ze vanwege hun lange baarden door Malinese militairen voor extremisten aangezien. De geestelijken waren op weg naar een bijeenkomst in Bamako en werden doodgeschoten in Diabaly, 430 kilometer ten noorden van de Malinese hoofdstad. Onder de doden waren ten minste acht Mauritaniërs.
De regering van Mauritanië zegt dat ze door Malinese militairen zijn gedood. De regering van Mali bevestigt dat er zes mensen zijn omgekomen, maar laat in het midden door wie ze zijn geëxecuteerd. De Malinese regering heeft 'diepe spijt' betuigd en een onmiddellijk onderzoek aangekondigd. Mohamed Bashir, die bij de schietpartij twee neven verloor, verklaarde dat de zestien geestelijken behoorden tot de gematigde Dawa-sekte.
Hij zei van een douanebeambte bij Diabaly te hebben vernomen dat de groep argwaan wekte bij het Malinese leger, dat erg gespannen is sinds een coup op 21 maart en de daaropvolgende inname van het noordelijke deel van het land door moslimextremisten. Een anonieme Malinese politiefunctionaris verklaarde dat de groep zaterdagavond rond 21.00 uur bij de eerste controlepost aan de rand van de stad werd doorgelaten.
De schietpartij vond plaats zondag rond 01.00 uur, bij een controlepost de stad uit, richting Bamako. Bewoners die de groep bebaarde geestelijken zagen, waarschuwden het leger dat 'de salafi zijn aangekomen', een term die slaat op een ultraconservatieve stromingen binnen de islam. "Soldaten arresteerden de predikers en leidden ze weg in het donker om ze dood te schieten", zei de politieman.
Een legerwoordvoerder wilde alleen kwijt dat de berichten over de moorden werden nagetrokken. Een woordvoerder van de islamisten verklaarde dat de moord op de zestien predikers bewijst dat er geen compromis met de regering van Mali mogelijk is en dat pogingen om te bemiddelen gedoemd zijn te mislukken. Hij waarschuwde dat de islamisten ooit het zuiden zullen aanvallen.
"Wij zullen de zwarte vlag van de islamisten planten op de Koulouba", de heuvel waar het paleis van de president van Mali op is gebouwd, zei woordvoerder Oumar Ould Hamaha. "Deze predikers hadden niets van doen met de jihad. Zij waren gematigde mensen, die ons voortdurend voorhielden onszelf te matigen in ons optreden. En als de Malinese regering hen op deze barbaarse wijze vermoordt, zullen wij wraak nemen."