In 1991 was nog een op de zes mannen die in een scheiding verwikkeld raakte ouder dan 50, vorig jaar een op de drie. Bij vrouwen steeg dit van een op de negen naar een op de vier, blijkt maandag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Vorig jaar lag de gemiddelde leeftijd bij echtscheiding bij mannen op 46 jaar. In 1991 was dat nog 40 jaar. 

De stijging van de gemiddelde leeftijd komt doordat mannen en vrouwen op steeds later leeftijd trouwen en dus ook later scheiden. In 1991 was een man nog gemiddeld 31 jaar bij zijn huwelijk, vorig jaar was dat 37 jaar. Het gemiddelde wordt hoger doordat mensen vaker voor de tweede keer trouwen, veelal op latere leeftijd.

Vorig jaar scheidden in totaal 31 duizend mannen, ongeveer evenveel als gemiddeld in de jaren negentig. Ieder jaar is de kans dat een huwelijk op een scheiding uitloopt negen op de duizend. Dat is weinig veranderd in de afgelopen twintig jaar. Bij jongere mannen is de kans afgenomen en bij oudere mannen toegenomen.

De echtscheidingskans bij mannen onder de 40 is jaarlijks lager (zo'n zestien procent) dan rond de eeuwwisseling (negentien procent), maar nog altijd hoger dan in 1991 (13 procent). Bij de veertigers nam de kans toen van zo'n negen procent in 1991 naar zestien procent vorig jaar. Bij de 50-plussers lag de kans op zo'n drie procent en is die gestegen naar bijna vijf procent.