Een commissie van het Israëlische ministerie van binnenlandse zaken heeft maandag haar goedkeuring verleend aan een plan voor de bouw van vijftienhonderd woningen in Oost-Jeruzalem, het stadsdeel dat de Palestijnen beschouwen als hun toekomstige hoofdstad. De regering deelde voorts mee dat in Hebron twee joodse kolonistengezinnen uit door hen gekraakte woningen worden gezet.
Hoewel het nog jaren kan duren voor de eerste paal in de grond wordt geslagen, zet het doordrukken van het bouwplan kwaad bloed bij de Palestijnen en dat deel van de Israëlische bevolking dat tegen de bouw in bezet gebied is. De bouw vormt onderdeel van plannen om nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever uit te breiden, ter vergelding van de Palestijnse statusverhoging bij de Verenigde Naties.
Een woordvoerder van de Palestijnse president Mahmoud Abbas sprak zijn veroordeling uit over het Israëlische voornemen en sprak van een 'provocatie aan het adres van de gehele internationale gemeenschap'. De kolonisten in Hebron bezetten jaren geleden vier winkelruimtes op het terrein van de Arabische markt in de stad en verbouwden deze tot woningen.
De percelen waren in bezit van een joods gezin dat de stad verliet voor de verovering van de Westelijke Jordaanoever door Jordanië in de jaren veertig. Nadien werden de ruimtes gehuurd door Palestijnen. De woningen worden in april ontruimd, zei de Israëlische regering.