Dat zegt voormalig secretaris-geneneraal van de NAVO Jaap de Hoop Scheffer donderdag in een interview met de Volkskrant. De oud-minister van Buitenlandse Zaken vindt dat Nederland toch politieke steun moet geven aan zo'n aanval, mits de VS hun bewijsvoering op orde hebben.
De Hoop Scheffer liet zich in 2003 als minister door de Amerikanen overtuigen van de aanwezigheid van massavernietigingswapens in Irak. Op basis van bewijzen die door de inlichtingendiensten waren aangevoerd zegde de Nederlandse regering politieke steun toe. Achteraf bleken er geen massavernietigingswapens te zijn.
De Amerikanen zeggen nu ook onomstotelijk bewijs te hebben voor een gifgasaanval. "Dat wil ik eerst wel eens zien. Het is zonneklaar dat we dat in het licht van Irak met extra zorgvuldigheid moeten bekijken", aldus De Hoop Scheffer in de krant.
Volgens de voormalig secretaris-geneneraal van de NAVO is er eigenlijk geen juridische basis voor een aanval. Ook gaat de 'tik op de neus met kruisraketten' die nu op handen lijkt volgens hem geen enkele bijdrage leveren aan het beëindigen van de Syrische burgeroorlog. "Het compliceert eerder dan dat het oplost."
De Hoop Scheffer vindt dat Nederland toch steun zou moeten geven aan een aanval, omdat 'je niet neutraal kunt blijven'. Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland hebben al aangegeven achter de VS te staan. "Bij zo veel internationale consensus kun je als Nederlandse minister moeilijk achterblijven." Ook vindt hij dat er een aanval zou moeten komen om de Syrische president Bashar Assad een signaal te geven.