Ze protesteerden tegen de ontoereikende bescherming die de overheid hun biedt tegen het geweld van extremisten. Zondag bliezen twee zelfmoordterroristen zich op tussen honderden mensen die een kerk in de noordwestelijke stad Peshawar verlieten. Het dodental van de aanslag liep maandag op tot 85. Meer dan 140 mensen raakten gewond. Een vleugel van de Pakistaanse Taliban eiste de verantwoordelijkheid op.
De groep Jundullah zei door te gaan met aanslagen op niet-moslims totdat de Amerikaanse droneaanvallen in de afgelegen tribale gebieden in Pakistan ophouden. De aanslagen hebben nieuwe twijfels opgeroepen over de plannen van de Pakistaanse regering om vrede te sluiten met de extremisten.
"Wat voor dialoog hebben wij het over? Vrede met lieden die onschuldige mensen vermoorden?" vroeg de voorzitter van het Pakistaanse Verbond van Minderheden Paul Bhatti, wiens broer, een federale minister, in 2011 door een islamitische extremist werd doodgeschoten. "Zij willen geen dialoog. Zij willen geen vrede. Onze staat en onze inlichtingendiensten zijn zo zwak dat iedereen elk moment een ander kan vermoorden. Het is een schande."
Op een van de toegangswegen naar de hoofdstad Islamabad staken christelijke demonstranten autobanden in brand. In de zuidelijke havenstad Karachi eisten een paar honderd demonstranten dat de verantwoordelijken worden gepakt. "Wij willen een einde aan het extremisme, het terrorisme en de barbarij in Pakistan", zei Bashir John, een priester.
Christelijke scholen in Pakistan gaan drie dagen dicht. Kerken en andere voor christenen belangrijke gebouwen in Peshawar hebben extra politiebewaking gekregen, maar dit is volgens de boze christenen bij lange na niet genoeg. Een politieman die zondag de kerk in Peshawar moest bewaken kwam eveneens om het leven.
Christenen vormen een kleine minderheid in Pakistan, waar 96 procent van de bevolking van 180 miljoen moslim is. Soennitische extremisten vallen dikwijls christenen aan, maar ook sjiieten.