Leven voor moslims in China haast onmogelijk

buitenland
25
30 okt '13
Voor veel Oeigoeren, een etnische minderheid in China, is intimidatie door de politie aan de orde van de dag.

Dat zal door de aanslag op het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing eerder deze week alleen maar erger worden: de islamitische Oeigoeren worden gezien als de belangrijkste verdachten. "Ze (de politie, red.) komen ons elke dag fouilleren. We weten niet waarom. Onze identiteitspapieren worden elke dag gecheckt en we weten niet wat er gebeurt", zegt de 28-jarige handelaar Ali Rozi.

Hij is woensdag samen met andere Oeigoerse handelaars op een curiosamarkt in Beijing bijeengekomen om ervaringen uit te wisselen. "Elke dag zijn er problemen, maar we hebben niets verkeerd gedaan." Rozi komt uit Kashgar, een belangrijke stad in de provincie Xinjiang, waar de meeste Oeigoeren wonen. De islamitische Oeigoeren zijn een Turks volk uit Centraal-Azië en verwant aan onder andere de Oezbeken en Kazachen.

Hun uiterlijke kenmerken doen Europees aan en hun vaak zware accent maakt dat ze eenvoudig te herkennen zijn. Al jaren vechten opstandelingen uit de islamitische Oeigoeren-gemeenschap tegen de overheersing door de Chinese regering. Dit jaar vielen er bij aanslagen en onlusten al 56 doden. De Oeigoeren strijden voor onafhankelijkheid van Xinjiang en die strijd wordt gevoed door de routinematige discriminatie, de inperking van hun cultuur en de economische beperkingen, die ervoor hebben gezorgd dat ze arm blijven, terwijl de Chinese economie groeit.

Veel Oeigoeren klagen dat ze strenger worden gecontroleerd dan de Han-Chinezen. Zo mag er op scholen in Xinjiang sinds kort alleen nog Chinees worden gesproken en zijn traditionele bijeenkomsten van mannen, meshreps genaamd, verboden. De Oeigoeren vrezen dat hun cultuur langzaamaan verdwijnt.

De Oeigoeren voelen zich weggezet als tweederangsburgers en hebben grote moeite om een paspoort te krijgen of om op reis te gaan buiten Xinjiang. Hotels en luchtvaartmaatschappijen weigeren Oeigoeren en veel werkgevers willen geen Oeigoeren in dienst nemen. "Hotels willen ons niet en je kunt niks huren als op je identiteitsbewijs staat dat je uit Xinjiang komt. Mensen bekijken ons met een enorm vooroordeel", aldus pelshandelaar Yusuf Mahmati.

"Ik ben ook geschokt. Ze hebben een auto laten botsen met als gevolg dat wij nu elke dag door de politie worden lastiggevallen. Ze zeggen nu dat alle mensen uit Xinjiang zo zijn", zegt Rozi Ura Imu, een 48-jarige marktkoopman die vooral handelt in jade en andere edelstenen.

Als blijkt dat de aanslag van maandag daadwerkelijk werd gepleegd door Oeigoeren, dan zou het de eerste aanslag buiten de provincie Xinjiang zijn en bovendien een gewaagde aanslag, gezien het doelwit, dat politiek uiterst gevoelig ligt. Oeigoerse activisten vrezen dat de discriminatie hierdoor alleen maar zal toenemen. Een internationale actiegroep, het World Uyghur Congress, denkt dat Beijing de aanslag wel eens kan gebruiken om de Oeigoeren als groep weg te zetten.

De Oeigoerse econoom Ilham Tohti heeft er inmiddels bij de regering op aangedrongen duidelijk te maken of er bewijzen zijn voor betrokkenheid van Oeigoeren. "Ik wil dat ze direct de identiteiten van de slachtoffers bekendmaken en alle andere relevante informatie. Als de regering tot de slotsom komt dat dit een terreuraanval was, vertel ons dan hoe de samenzwering erachter in elkaar stak", aldus Tohti.

Tohti, die naast econoom ook voorvechter van de Oeigoerse belangen is, is geregeld zelf het slachtoffer geweest van intimidatie door de politie. Hij is diverse keren onder huisarrest geplaatst na rellen in Urumqi, de hoofdstad van Xinjiang, in 2009, waarbij bijna tweehonderd doden vielen. De meeste slachtoffers waren Han-Chinezen. De centrale regering besloot na het geweld de aanwezigheid van veiligheidstroepen fors op te voeren.

© Novum 2013
oeigoeren
moslims
islam
china
discriminatie
racisme
Log in met je MNL-ID
| wachtwoord vergeten?