De tiener was naar de rechter gestapt om beroep aan te tekenen tegen een proces-verbaal dat tegen haar was opgemaakt. De overtreding? Ze zou in het openbaar te luid hebben gelachen. Haar werd aanvankelijk een boete van 35 euro opgelegd. De zaak gaat terug tot april, toen de 17-jarige zich met haar vrienden op een parkeerplaats ophield. Er werd gekletst en gelachen, muziek klonk uit een autoradio.

Een omwonende stoorde zich aan het rumoer en belde de politie, die naderhand een inschatting van de situatie maakte. Enkele dagen later lag een boete op de deurmat: 35 euro wegens te hard praten en lachen. De vrienden van de 17-jarige, die ook waren beboet, betaalden zonder morren, maar zij besloot hogere instanties in te schakelen.

De rechter oordeelde dat er van opzettelijke geluidsoverlast geen sprake kon zijn, omdat de jongeren door de omwonende noch de politie op hun gedrag gewezen waren.