Dmitro Boelatov behoort tot Automaidan, een groep autobezitters die zich heeft aangesloten bij de protesten tegen president Viktor Janoekovitsj. Hij verdween 22 januari en werd donderdag buiten Kiev teruggevonden. Hij zegt dat zijn ontvoerders hem in elkaar hebben geslagen, een stuk van zijn oor hebben afgesneden en met een mes zijn gezicht hebben bewerkt.
"Ze kruisigden me, ze sloegen spijkers in mijn handen", zei Boelatov tijdens een televisie-interview. "Er is geen plek op mijn lichaam die niet geslagen is. Godzijdank leef ik nog." Boelatov is een van drie activisten wier verdwijning grote ongerustheid wekte, vooral nadat een van dood terug werd gevonden. Hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken bij de Europese Unie Catherine Ashton reageerde op de marteling van Boelatov.
Ze zei dat ze 'verbijsterd' was door de 'duidelijke tekenen van langdurige marteling en wrede behandeling' van Boelatov. Ze veroordeelde ook het overlijden van een andere activist en riep de Oekraïense overheid op om onmiddellijk de huidige situatie aan te pakken. Mensenrechtenorganisatie Amnesty International noemde de marteling een 'barbaarse handeling die onmiddellijk onderzocht moet worden'.
Demonstraties tegen de Oekraïense regering begonnen twee maanden geleden nadat Janoekovitsj besloot om een verdrag om banden met de Europese Unie te verbeteren op het laatste moment niet te ondertekenen. De pro-Europese protesten veranderden snel in protesten tegen de repressieve en corrupte regering van Janoekovitsj. Demonstranten eisen het aftreden van de president.