Nederlanders gaan vooral naar kerk 'als het moet'

algemeen
12
28 apr '14
De positie van Nederlandse kerken is in de afgelopen decennia sterk verzwakt.

Zo fungeert de kerk voor veel Nederlanders tegenwoordig als een 'soort openbaar nutsbedrijf'. Ze maken er vooral gebruik van als dat nodig is, bijvoorbeeld bij huwelijken, begrafenissen, nationale gebeurtenissen of collectieve rouwverwerking. Dat blijkt uit een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau dat maandag is verschenen. Alleen al in de twee grootste kerken, de rooms-katholieke en de protestantse, vinden jaarlijks nog zo'n 45 duizend kerkelijk begeleide begrafenissen of crematies plaats. 

Dat terwijl nog maar weinig mensen regelmatig naar de kerk gaan. Ging halverwege de jaren zestig nog de helft van de Nederlanders regelmatig naar de kerk, nu is dat nog maar tien procent. Maar hoewel de kerken volgens het rapport zijn teruggedrongen naar 'de marge van het maatschappelijk en dagelijks leven' geven de meeste mensen aan dat ze het zouden betreuren als de kerken helemaal zouden verdwijnen. 

Geloof De ontkerkelijking betekent echter niet dat Nederlanders nergens meer in geloven. Veertig procent ziet zichzelf namelijk als een spiritueel of religieus mens. Spiritualiteit en zelfspiritualiteit, de overtuiging dat de zin van het leven ligt in de ontdekking van je ware ik, zijn sinds de jaren negentig in opmars. Veel mensen is dan ook de mening toegedaan dat 'de zin van het leven gevonden moet worden in unieke innerlijke ervaringen' en dat 'de eigen vermogens moeten worden ontwikkeld'. 

Bijna negen op de tien mensen is het met die stellingen op zijn minst enigszins eens. Vier op de tien is het zelfs in hoge mate eens. Een andere conclusie is dat met het opgroeien van een nieuwe generatie Nederlanders de scheidslijn, als het gaat om een godsdienstige instelling, tussen ouders en kinderen is verschoven naar ouders en grootouders. 

Kerkgangers In Nederlandse families zijn het de grootouders die in kerkelijk opzicht een 'echt aparte' positie innemen door hun duidelijk sterkere kerkbinding en gelovigheid. Hun kinderen en kleinkinderen zijn daar ver van verwijderd geraakt. Opmerkelijk is echter dat als het gaat om de kerkelijke bevolking zich het omgekeerde lijkt voor te doen. 

Van alle kerkgangers zijn het de jonge kerkleden die regelmatig naar de kerk gaan. 44 procent tegenover 32 procent voor alle kerkleden. Ook hebben zij vaker 'veel' vertrouwen in de kerk met 43 tegenover 30 procent en zijn ze vaker van mening dat aan alle voorschriften van de kerk moet worden voldaan. 

Verder blijkt dat Nederlanders die regelmatig naar de kerk gaan twee keer zo vaak vrijwilligerswerk doen in vergelijking met mensen die niet naar de kerk gaan, 52 tegenover 25 procent. Het gaat dan niet alleen om werk dat aan de kerk is gerelateerd. Ook bij seculier vrijwilligerswerk zijn kerkgangers oververtegenwoordigd. 

© Novum 2014
kerk
christenen
scp
Log in met je MNL-ID
| wachtwoord vergeten?