Regerend wereldkampioen Spanje werd in het Braziliaanse Salvador met maar liefst 5-1 verslagen. Nederland kwam nog wel op achterstand, maar verbaasde vriend en vijand door in de tweede helft vier keer te scoren. Robin van Persie en Arjen Robben scoorden ieder twee keer. Stefan de Vrij maakte de andere Nederlandse treffer. Xabi Alonso was uit een penalty verantwoordelijk voor de enige Spaanse treffer.
Oranje leek tegen de Spanjaarden aanvankelijk een loodzware avond tegemoet te gaan. Nadat Wesley Sneijder in de openingsfase een goede kans had laten liggen, trok Spanje het initiatief naar zich toe. Ron Vlaar wist nog twee keer onheil te voorkomen, maar toen Diego Costa dankbaar over het been van De Vrij dook, kreeg Spanje een penalty. Deze werd door Alonso benut.
Spanje was zelfs dicht bij de 2-0, maar doelman Jasper Cillessen bracht knap redding op een inzet van David Silva. Bijna direct daarna sloeg Nederland toe. Uit een afgemeten voorzet van Daley Blind kopte Van Persie schitterend raak. Het bleek de opmaat voor een gedenkwaardige tweede helft. Acht minuten na rust legde Robben, opnieuw na een voorzet van Blind, verdedigers Gerard Pique en Sergio Ramos in de luren en scoorde 2-1.
De derde Nederlandse treffer was omstreden. Doelman Iker Casillas leek gehinderd te worden bij een vrije trap van Sneijder, waarna De Vrij kon scoren. Spanje was totaal uit het veld geslagen en gaf Nederland de kans om zich te revancheren voor de verloren WK-finale van vier jaar geleden. Vooral Casillas beleefde een belabberde avond.
De Spaanse keeper verspeelde de bal aan Van Persie die daar dankbaar van profiteerde. Robben maakte er ook nog 5-1 van, waarna Spanje zelfs van geluk mocht spreken dat Oranje in de slotfase de score niet nog verder opvoerde.