Kritiek op Marokkaanse buurtvaders

algemeen
0
22 jul '02

De Marokkaanse buurtvaders zijn niet van deze tijd en het is onwaarschijnlijk dat zij Marokkaanse probleemjongens op het rechte pad zullen brengen. Antropoloog F. van Gemert betoogt dit in het nog te verschijnen zomernummer van Socialisme en Democratie. Sinds de rellen in Amsterdam-West, in 1998, patrouilleren oudere Marokkaanse mannen door de buurt en spreken zij jongeren aan op wangedrag. De buurtvaders wonnen al de Hein Roethofprijs van het ministerie van justitie en de European Crime Prevention Award van de Europese Unie. Het idee vond navolging in andere steden. ,,Dit initiatief werd met opvallende gretigheid in de armen gesloten'', schrijft Van Gemert. Begrijpelijk, vindt hij, nadat Marokkanen zo lang negatief in de pers waren gekomen. Maar hij denkt dat ze de hooggespannen verwachtingen niet kunnen waarmaken. Volgens Van Gemert, die bij het Amsterdamse bureau Regioplan jeugdgroepen bestudeert, is de aanpak gebaseerd op sociale controle zoals in Marokko. Hij meent dat deze in Nederland niet goed werkt. In achterstandswijken wonen niet alleen maar familieleden en streekgenoten bijeen, waardoor de zorg voor elkaars kinderen minder vanzelfsprekend is. Het geroddel, dat ook bij die controle hoort, is gebleven en splijt de gemeenschap. Om de eer te beschermen worden problemen ontkend in plaats van aangepakt. Initiatieven van Marokkaanse ouderen bestaan al langer en zijn niet erg succesvol, schrijft de antropoloog. Jongens horen terechtwijzingen beleefd aan en blijven vervolgens bij de mannen uit de buurt. ,,Het gros van de Marokkaanse jongens dat ontspoort heeft een problematische relatie met hun vaders. (...) Het gezag dat Marokkaanse vaders zijn kwijtgeraakt, krijgen zij niet meer terug.'' In Amsterdam-West is het sinds de rellen beter gegaan, maar dat is volgens Van Gemert ook te danken aan de grote extra inzet van gemeente, politie en buurtwerkers. Hij vindt dat de buurtvaders 'te veel credits' hebben gekregen. De vaders richten zich ook op de wat oudere jongens, die zelf toch al vinden dat ze 'rustig' moeten worden. ,,Als de buurtvaders de erkenning zien als een hernieuwde kans voor een traditionele aanpak, wordt de tijd teruggedraaid'', schrijft Van Gemert. ,,Boefjes laten zich door die aanpak niet corrigeren. Daarnaast zal een prominente positie van de eerste generatie de dialoog met de Marokkaanse gemeenschap doen verzanden in beschuldigingen en beleefdheden.'' Hij verwacht meer van de jongeren. Wachten op de nieuwe generatie Marokkanen Kritiek op de buurtvaders. Antropoloog Frank van Gemert durft wel. Want de oudere Marokkaanse mannen die in Nederlandse buurten rondlopen om 'hun jongens' tot de orde te roepen, gelden als hét antwoord van de gemeenschap zelf op de oververtegenwoordiging van jonge Marokkanen in de criminaliteitsstatistieken. Van Gemert promoveerde in 1998 op een onderzoek naar Marokkaanse jongens in Rotterdam-Zuid. Hij legde een verband tussen de cultuur in het Marokkaanse Rifgebergte, waar de meeste Nederlandse Marokkanen vandaan komen, en het -soms criminele- gedrag van Marokkaanse jongens hier. Hij nuanceerde dat verband aan alle kanten, maar zijn boek verscheen vlak na de rellen door Marokkaanse jongens in Amsterdam-West, waardoor het een explosieve lading kreeg. In de publieke discussie werd het teruggebracht tot één leus: misdadig gedrag van Marokkanen zit in hun cultuur. ,,Mijn idee van cultuur is niet zo dat je kunt zeggen: criminaliteit komt door cultuur en de rest doet er niet toe'', zegt Van Gemert nu. ,,Maar je ziet bij Marokkaanse jongens soms wel heel duidelijk gedrag dat autochtone Amsterdammers niet vertonen. Een aantal culturele elementen is niet verdwenen. Andere trekjes komen weer van de straat. Om het doen en laten van de jongens te begrijpen moet je net zo goed iets weten van de vermoorde Amerikaanse rapper Tupac Shakur als van het Rifgebergte.'' De culturele factoren die wel een rol spelen, mag je best benoemen, vindt Van Gemert. ,,Marokkaanse omgangsvormen kennen fijnmazige gedragscodes die niet slechts positief zijn. Problemen worden met bemiddeling opgelost of onder het tapijt geveegd. Maar een flinke confrontatie kan ook louterend werken, in plaats van die cultuur van 'bedekken, bedekken, bedekken'.'' ,,Marokkanen maken een groot verschil tussen wat ze in het openbaar laten horen en wat ze onderling zeggen. Nederlanders zijn directer. Wij vinden niet dat je iemand een hand moet geven, zeggen 'Allah zij met jou' en vriendelijk lachen, terwijl je tegelijk over diegene roddelt. Vooral onder oudere Marokkanen is dat de dagelijkse gang van zaken. De angel wordt uit de directe omgang gehaald, de plooien worden gladgestreken, maar de oorzaak wordt niet aangepakt. Dat heeft iets kunstmatigs.'' Van Gemert bestudeert bij onderzoeksbureau Regioplan in Amsterdam hoe overlastgevende jeugdgroepen het best kunnen worden aangepakt. Hij trekt daarvoor de wijken in. In zijn artikel dat binnenkort verschijnt in Socialisme en Democratie haalt Van Gemert het voorbeeld aan van de Marokkaanse vader die tegenover een agent stellig ontkent dat zijn zoon iets heeft misdaan, om hem na vertrek van de politieman een afranseling te geven. Culturele kenmerken spelen volgens de onderzoeker nog altijd een rol in de opvoeding: ,,Stijlen verschillen. Nederlanders zijn doorgaans meer beredenerend. Als een Marokkaanse vader en zoon over zakgeld praten, wisselen zij niet op gelijkwaardige basis argumenten uit. Wat vader zegt, moet zoon gewoon doen. Inmiddels is die verhouding wat gaan schuiven, maar Marokkaanse gezinnen kennen nog steeds veel van dit soort spanningen.'' ,,De eerste generatie Marokkanen zit nog met het hoofd in Marokko, hun referentiekader is niet het hier en nu. De jonge Marokkanen hebben wel meer de Nederlandse manieren, maar zij voelen zich niet vrij om zich van de ouderen te vervreemden. Als de oudere generatie uitsterft, zal die druk wegvallen en dan zal er een grotere openheid komen.'' In zijn artikel legt Van Gemert uit waarom hij zijn pijlen op de buurtvaders richt. Niet uit pesterigheid, maar omdat hij veel verwacht van een nieuwe generatie. Hij ziet dat jonge Marokkanen zich de laatste tijd steeds beter organiseren en zich steeds meer roeren in het debat. Ze kijken niet achterom en manifesteren zich als individuen, willen zich niet hoeven schamen voor misdragingen van een Marokaanse jongen in Amsterdam-West. ,,Buurtvaders hebben weliswaar de wind mee, maar zijn eigenlijk niet meer van deze tijd en meer constructieve veranderingen zijn vanuit andere hoek te verwachten.''

© MAROKKO.NL 2002