Opleidingseis voor import huwelijk

algemeen
0
6 aug '02

Wie wil trouwen met een partner uit het buitenland moet 130 procent van het minimumloon verdienen, vindt het kabinet. Volgens Rob van der Erf, demografisch onderzoeker bij het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut, is het voor iedereen beter om aan buitenlandse bruid of bruidegom een minimum-opleidingseis te stellen. Integratie is geen kwestie van meer of minder geld, maar een kwestie van kunnen communiceren met je medeburgers, gecombineerd met de bereidheid te leven in een andere cultuur. Kennis van de Nederlandse taal, in woord en geschrift, is daarbij voorwaarde nummer één. De beginselen van deze kennis worden bijgebracht tijdens de inburgeringscursus in Nederland. Helaas levert deze inburgeringscursus vaak niet het gewenste resultaat. Het ontbreken van enige vooropleiding (analfabetisme) is daarvan vaak de oorzaak. Een betere maatregel ter bevordering van de integratie, die tevens een remmend effect kan hebben op immigratie, is daarom het eisen van een minimum-opleidingsniveau van nieuwkomers. De inspanningsverplichting wordt dan verlegd van de hier gevestigde partner (meer inkomen) naar de nog in het buitenland wonende beoogde partner (opleiding). Het gewenste minimum-opleidingsniveau dient, in overleg met de herkomstlanden, dan zodanig te worden vastgelegd dat een standaardinburgeringscursus in Nederland met succes kan (en moet) worden doorlopen. Als een soort tegenprestatie zou Nederland, of in ruimere zin de Europese Unie, het onderwijs in landen als Marokko en Turkije financieel moeten ondersteunen, opdat het volgen van het gewenste onderwijs ook daadwerkelijk mogelijk wordt gemaakt. Het instellen van een minimum-opleidingsniveau moet zeker niet worden gezien als een botte-bijlmaatregel ter vermindering van de immigratie. Alle betrokken partijen hebben er profijt van. Potentiële nieuwkomers worden gestimuleerd om naar school te gaan. De migratiecultuur, de gewoonte van jongeren vooral in Marokko maar ook in Turkije om min of meer in ledigheid het moment van migratie af te wachten, kan hierdoor enigszins worden doorbroken. Daarbij komt speciaal voor meisjes dat het volgen van een opleiding voorkómt dat zij op te jeugdige leeftijd migreren. Tegelijkertijd wordt het bestaande verschil in opleidingsniveau tussen jongens en meisjes verkleind, en dat komt de positie van de vrouw ten goede. Voor Turkse en Marokkaanse jongeren die al in Nederland wonen kan het instellen van een opleidingseis voor potentiële partners in het land van herkomst, verstrekkende gevolgen hebben. De partner zal, indien hij of zij hier wordt toegelaten, beter voorbereid zijn op de (verplichte) inburgeringscursus en zal daarna ook betere integratiekansen hebben. De kloof in opleidingsniveau tussen reeds hier verblijvende partners en nieuwkomers wordt hierdoor kleiner. Dat zou kunnen leiden tot verschuivingen op de huwelijksmarkt, in de zin dat naar verhouding meer gelijkwaardige huwelijken zullen worden gesloten, tussen partners die beiden al in Nederland verblijven. Het importhuwelijk zou dan op den duur duidelijk terrein kunnen gaan verliezen.

© MAROKKO.NL 2002