Dat heeft de rechtbank in Rotterdam woensdag bepaald. De agenten hadden reden om te denken dat Stok een gevaar was voor zijn omgeving was en er was geen andere manier om hem aan te houden. De agenten, een man en een vrouw, werden in april 2013 geconfronteerd met Stok in de Fazantstraat in Rotterdam. Hij had gedronken en had twee vrouwelijke stadswachten belaagd die hem hadden bekeurd om zijn loslopende hond.
Volgens de agenten was Stok doorgedraaid en zou hij een willekeurig iemand die op zijn pad kwam iets kunnen aandoen. Toen hij ondanks waarschuwingen bleef wegrennen, schoten ze. De nabestaanden van Stok hebben via de rechter vervolging van de agenten afgedwongen. Zij waren ervan overtuigd dat Stok niet rondliep met de bedoeling iemand iets aan te doen.