De kwestie van de dubbele nationaliteit

algemeen
0
28 aug '02

Minister Hilbrand Nawijn van vreemdelingenzaken en naturalisatie bestudeert momenteel of het mogelijk is criminele Marokkaanse jongeren naar het geboorteland van hun ouders uit te zetten. Ook al gaat het om tweede- of derde-generatiejongeren, die in Nederland zijn geboren en een Nederlands paspoort hebben. Deze jongeren hebben de 'pech' dat zij bij hun geboorte onmiddellijk de Marokkaanse nationaliteit krijgen, of zij die nou willen of niet. De Marokkaanse wet schrijft voor dat de ingezetenen van dat land geen afstand kunnen doen van het Marokkaanse staatsburgerschap. Daarom werd er voor deze migranten een uitzondering gemaakt in de Rijkswet op het Nederlanderschap van 1997. Om te voorkomen dat Marokkanen niet kunnen naturaliseren mogen zij een dubbele nationaliteit hebben. De kwestie van de dubbele nationaliteit kent een lange geschiedenis. Begin jaren negentig vond een meerderheid van de Tweede Kamer nog dat het wenselijk was als migranten hun oorspronkelijke nationaliteit niet hoefden op te geven wanneer zij Nederlander werden. Een dubbele nationaliteit zou de integratie juist bevorderen, zo dacht men toen, omdat de allochtoon de band met het geboorteland niet hoefde door te snijden. Eind jaren negentig hadden de meeste politieke partijen hier weer heel andere gedachten over. Het vreemdelingenbeleid moest strenger en de migrant moest er juist van overtuigd worden dat hij duidelijk voor de Nederlandse samenleving moest kiezen. In 1997 sneuvelde het soepele beleid in de Eerste Kamer; anders dan de CDA-fractie in de Tweede Kamer waren de senatoren van die partij tegen behoud van de dubbele nationaliteit. Maar voor Marokkanen werd een uitzondering gemaakt. De nieuwe wet zorgde ook voor veel emoties bij Nederlandse migranten in Zuid-Afrika, die plotseling moesten kiezen. Velen hielden het Nederlandse paspoort achter de hand in geval het in Zuid-Afrika bergafwaarts zou gaan. Marokko is overigens niet het enige land dat vasthoudt aan het eigen staatsburgerschap. Ook mensen die afkomstig zijn uit Israël, Tunesië, Syrië, Libië, Jemen, Iran, Ecuador en Colombia kunnen geen afstand doen van hun geboorteland. De wetswijziging heeft tot gevolg gehad dat minder allochtonen naturaliseren. In 1996 kregen bijna 80.000 migranten een Nederlands paspoort, in 2000 kozen nog maar 37.000 allochtonen voor het Nederlanderschap. Vorig jaar daalde dat verder naar 32.000.

© MAROKKO.NL 2002