De boeddhisten hebben de moskee in de brand gestoken en voorkwamen dat de brandweer de brand kon blussen. Dit is de tweede aanval op een moskee in Myanmar in acht dagen tijd. Dertig moslimfamilies zijn gevlucht uit angst voor meer geweld.
De krant Irrawaddy meldt op basis van bronnen uit het gebied dat nationalistische boeddhisten de moslims een ultimatum hadden gesteld: uiterlijk donderdag zou een in hun ogen illegale aanbouw van de moskee moeten zijn afgebroken. De aanbouw was echter volgens omwonenden een verlaten gebouw dat werd gebruikt door het Ministerie van Constructie dat enkele maanden eerder was gebruikt bij de aanleg van een brug.
Nadat de moslims het gebouw hadden afgebroken, stelden de boeddhisten dat de gehele moskee afgebroken zou moeten worden. De moslims weigerden dit te doen. Daarop trok de meute naar de moskee en stak het in brand. Getuigen melden dat drie brandweerwagens naar de moskee kwamen, maar door de boeddhisten werden tegengehouden. Andere bronnen melden dat de veiligheidsdiensten tijdens de aanval aanwezig waren, maar niets deden.
Geweld tegen moslims gedoogd
De brandstichting is de tweede aanval op een moskee in acht dagen tijd. Recent werd in het dorpje Thuye Thumain in de Bago-regio van Myanmar een moskee, een madrassa en een woning van een moslim aangevallen en vernietigd. Vele aanvallers stonden daarbij herkenbaar op foto’s van het geweld, maar de veiligheidsdiensten hebben niemand gearresteerd of vervolgd.
Dat het aanvallen van moskeeën hierdoor in feite wordt gedoogd in Myanmar lijkt de weg vrij te hebben gemaakt voor meer aanvallen op moskeeën, zoals die in Hpakant vandaag. In Myanmar is al enkele decennia sprake van geweld tegen de moslimminderheden, voornamelijk de Rohingya in het noord-westen van het land.
Maar de laatste jaren komen steeds meer berichten naar buiten van geweld tegen andere islamitische bevolkingsgroepen, verspreid over het hele land. Het geweld tegen moslims is structureel en – zoals deze aanval ook laat zien – georganiseerd.