Een internationaal rapport over de contrabande handel van archeologische vondsten wijst inderdaad met de vinger naar Marokko, waarvan erfgoed wordt verkocht tegen belachelijke prijzen aan handelaars die het vervolgens doorverkopen tegen exorbitante prijzen, meldt Al Massae gisteren.
De krant merkt op dat het rapport, waarvan zij niet de namen van de auteurs of de uitgever specificeert, benadrukt dat het Koninkrijk het risico loopt al haar archeologische erfgoed kwijt te raken door plundering van smokkelaars en niemand hen een strobreed in de weg legt.
Al Massae noemt het geval van de vondst van sporen van een meer dan 70 miljoen jaar oude dinosaurus die te koop werden gezet voor iets meer dan 10.000 dirham, terwijl de afnemer deze voor miljoenen dirham weer doorverkoopt.
Deze plundering van het Marokkaanse archeologisch erfgoed wordt nog versterkt door het feit dat de lokale bevolking van bepaalde regio's van het Koninkrijk, zoals Erfoud, voornamelijk leven op de inkomsten uit deze illegale verkoop.
Bovendien stelt Al Massae dat vooral smokkelaars uit Frankrijk, Italië en Japan profiteren van deze handel. Een aantal van hen bezoekt regelmatig de regio's van Tafilelt, Demnate, Ouarzazate, Erfoud, Midelt en Errachidia. Het rapport voegt eraan toe dat dit verkeer wordt aangemoedigd door de passiviteit van bepaalde douaneambtenaren die verantwoordelijk zijn voor de grenscontroles. Een passiviteit die Marokko vandaag de dag maakt tot een van de belangrijkste leveranciers aan de illegale markt van archeologische stukken.