Hierin uitte hij zijn oprechte wens voor gezondheid en geluk voor Marokko's broeders (en zusters) en wenste hen vooruitgang en voorspoed.
In deze boodschappen benadrukt de Koning met name dat "het een gezegende kans is, die door zijn diepgaande betekenis en de edele waarden, ons vraagt om door ons geloof en ons gedrag onze gehechtheid aan de leringen te bevestigen. Het vraagt ons ook om de idealen van onze religie te incarneren die broederlijkheid, eenheid, evenwicht en moderatie pleiten, evenals de afwijzing van elke vorm van verdeeldheid, tweedracht, fanatisme, geweld of extremisme".
De Koning sloot zijn boodschap aan de staatshoofden af met een smeekbede tot Allah, subhanahu wa ta'ala, om "ons te helpen om de verwachtingen van onze volkeren te bereiken die streven naar meer vooruitgang en ontwikkeling en de banden te versterken voor broederschap, solidariteit, complementariteit en integratie. En moge Hij ons helpen onze inzet te verdubbelen om de sublieme principes en waarden van onze heilige religie te bevorderen, ons ware en authentieke beeld te versterken en de dialoog te versterken en in overeenstemming te brengen met onze vrienden en partners van alle naties, beschavingen, religies en culturen."