Toen hij Marokko verliet voor Syrië, geloofden A.A.'s ouders dat hun zoon de vluchtelingen en ontheemden in de kampen wilde helpen. Maar de Rbati, geboren in 1982, had een heel ander idee in gedachten: aansluiten in de gelederen van Daesh en een belangrijk lid van de terroristische organisatie worden. A.A. werd recentelijk in Raqqa gevangen genomen door de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) en zit sindsdien in een streng bewaakte gevangenis in Noord-Syrië.
A.A. vertelt vanuit die gevangenis zijn verhaal aan Asharq Al Aawsat. Het was tijdens het kijken naar tv-beelden van de burgeroorlog in Syrië dat A.A., de eigenaar van een bedrijf dat technische apparaten verkoopt, besloot om mee te doen aan de gevechten. In de zomer van 2013 maakte hij contact met extremisten via sociale netwerken en kreeg hij contact met Al-Qaeda. De organisatie stuurde hem een wegenkaart om te reizen en gaf hem de coördinaten van een man die hem bij zijn aankomst zou verwelkomen.
In september van hetzelfde jaar reist A.A. naar Istanbul, waarvandaan hij een bus neemt naar Gaziantep, dichtbij de Syrische grens. 'Ik heb de smokkelaar gebeld, die geïnformeerd was over mijn aankomst. Hij smokkelde me mee de grens over en liet mij achter op een ontmoetingsplaats waar ik door leden van de organisatie werd ontvangen", vertelt hij.
De volgende dag sloot hij zich aan bij een groep nieuwkomers die naar Idlib, noordwestelijke Syrië, waren gestuurd, waar hij ongeveer 60 dagen bleef. Gedurende deze periode kreeg hij gevechtstraining en werd hij opgeleid in het gebruik van wapens.
Hij contacteerde zijn familie om hen te informeren dat hij in Syrië was en zich bij het Al-Nusra Front had aangesloten. "Mijn vader kon het nieuws niet verdragen en hing op. Mijn moeder was een beetje rustiger. Ze vroeg me om contact te houden met hen en probeerde me te overtuigen om terug te komen op mijn beslissing."
Twee maanden nadat A.A. arriveerde in Syrië, ontstaan er geschillen tussen Daesh-leider Abu Bakr al-Baghdadi en het Al-Nusra Front, onder leiding van Abou Muhammad al-Julani. Dit escaleerde en de twee gaan elk een eigen kant op. Veel buitenlandse strijders volgen Al-Baghdadi, waaronder A.A.
Nadat Daesh de stad Raqqa in januari 2014 inneemt, wordt A.A. aangesteld als commandant van de noordelijke grens. Hij was verantwoordelijk voor de landstrook tussen de stad Ras al-Ayn en de grens met Turkije. Hij vertelt dat zijn meertaligheid hem deze positie opleverde.
"Het was omdat ik Engels, Frans en Spaans naast mijn moedertaal Arabisch kon spreken. Ik werd vervolgens Abou Mansour genoemd." Vanaf 2014 kwamen er volgens A.A. gemiddeld ongeveer 300 buitenlanders per dag binnen die zich bij Daesh wilden uitsluiten.
Daesh werd in oktober 2017 volledig uit de Raqqa verdreven en A.A. werd op dat moment gevangen genomen.
Bron & Photocredit: Asharq Al Aawsat