Premier Benjamin Netanyahu sprak over een "definiërend moment'' in de geschiedenis van Israël, maar volgens critici worden minderheden achtergesteld.
In totaal stemden 62 van de 120 parlementariërs in met de wet, die Israël officieel aanwijst als het thuisland van het Joodse volk. Ook is vastgelegd dat een "verenigd Jeruzalem'' de hoofdstad is en Hebreeuws de officiële taal. Het Arabisch verloor juist de status van officiële taal, maar behoudt wel een "speciale status''.
Dergelijke besluiten liggen bijzonder gevoelig onder de circa 1,8 miljoen Arabische Israëliërs, die zo'n 20 procent van de bevolking vormen. Parlementariër Ayman Odeh zei volgens de krant Haaretz in een verklaring dat "we te horen kregen dat we altijd tweederangsburgers zullen zijn''. Een andere parlementariër sprak over "de dood van de democratie''.