Na een poging haar kleinkinderen uit Syrië te halen, strandde Latifa, een 63-jarige Marokkaanse vrouw, in Syrië. Drie jaar nadat ze Marokko had verlaten, vertelde Latifa haar verhaal aan het Spaanse nieuwsagentschap EFE.
De destijds 60-jarige Latifa besloot om naar Syrië te gaan om haar vijf kleinkinderen te redden, nadat haar zoon, een Daesh-strijder, tijdens een bombardement stierf. Maar drie jaar later zit deze Marokkaanse grootmoeder nog steeds vast in dit land.
"Mijn zoon en zijn vrouw gingen zonder mijn toestemming naar Syrië. Na zeven of acht maanden belde zijn vrouw mij om te vertellen dat hij was gestorven en vroeg mij om haar en haar kinderen te komen halen", vertelt Latifa.
De zoon van Latifa was de Marokkaans Hussein al Guili, die 42 jaar was toen hij stierf. Hij is afkomstig uit de stad Fez, van waaruit hij vertrok naar Syrië. Al Guili stierf met zijn oudste zoon tijdens een bombardement in 2015 in de stad Raqqa, die jarenlang de hoofdstad was van de terroristische organisatie Daesh in Syrië.
Met haar zieke echtgenoot en de rest van haar kinderen die het lot van de kinderen negeerden, bereidde Latifa alles voor om naar Syrië te reizen om hen te proberen te redden. Hiervoor communiceerde zij met leden van Daesh.
Ze reisde eerst naar Turkije, waar ze twee dagen in een hotel verbleef. "Ze belden me om me te vertellen: maak je klaar en we pikken je op, ik ging met hen in de auto, onderweg kon ik niets zien totdat ze me vertelden dat ik bij het pension in Raqqa was aangekomen", vertelt Latifa.
Latifa legt uit dat ze wanhopig was omdat ze haar kleinkinderen niet te zien kreeg, zoals ze hadden beloofd. "Ik schreeuwde naar hen dat ik alleen mijn kleinkinderen wilde hebben, dus namen ze mijn telefoon, mijn paspoort en mijn identiteitskaart af en ik bleef achter met niets, ik was in een zeer slechte toestand voor een maand totdat ik mijn verstand verloor, ik huilde en schreeuwde zonder te stoppen en op die manier liet hij ze toch brengen."
Na een ontmoeting met de vijf kinderen, was de volgende stap om terug te keren naar Turkije, volgens de overeenkomst afgesloten met Daesh. Maar ze zeiden dat ze moest wachten: "Ik begreep niet waarom het zo moeilijk was om te vertrekken terwijl het heel gemakkelijk was om binnen te komen".
Ze bleven in Raqqa totdat de Koerdische troepen in oktober 2017 de controle over de stad overnamen. De extremisten namen haar, haar kleinkinderen, haar schoondochter en andere burgers vervolgens mee naar de stad Al Mayadin.
Daar vonden ze een smokkelaar die ze zes maanden later naar Al Shadadi bracht en hun gevangenschap in de handen van Daesh eindigde, maar toen belandden ze een kamp van de Koerdische autoriteiten.
De grootmoeder is nu 63 jaar oud en vraagt Marokko om haar te repatriëren met haar kleinkinderen. Ze zegt dat ze geen contact heeft met de autoriteiten of met haar kinderen in Marokko.