Een delegatie van de Nationale Raad voor de rechten van de mens (CNDH) en een medisch onderzoeker hebben 7 en 8 november zes penitentiaire inrichtingen bezocht. De zes gevangenissen herbergen overgeplaatste Hirak-gedetineerden en hebben onlangs disciplinaire maatregelen aangekondigd tegen een aantal van hen.
Hirak-gedetineerden en hun familieleden beweerden onlangs dat gedetineerden het slachtoffer waren van martelingen door gevangenisautoriteiten. CNDH publiceert de conclusies van het onderzoek en merkt op dat de delegatie de isoleercellen heeft kunnen bezoeken en met de gedetineerden heeft gesproken om de aantijgingen van foltering en mishandeling te onderzoeken.
Uit videobeelden, medisch onderzoek en getuigenissen van gedetineerden en bewakers blijkt dat zes Hirak-gevangenen weigerden instructies van gevangenisbewaarders op te volgen de binnenplaats naast het observatiecentrum in de Ras Lma-gevangenis in Fez te verlaten. CNDH bevestigt dat hierna een confrontatie volgde tussen twee gedetineerden en bewakers die resulteerde in een paar blauwe plekken op de lichamen van de twee gevangenen en het voorschrijven van een werkonderbreking voor de gevangenisofficieren.
CNDH concludeert dat er geen spoor van marteling tegen de gevangenen is gevonden. Wel benadrukt de raad de betreurenswaardige staat van de isoleercellen van de gevangenissen Toulal 2 en Ain Aicha. Ook bevestigt de raad dat de gevangenen de eerder aangekondigde hongerstaking zijn gestopt.