De Israëlische ambassadeur bij de VN, Danny Danon, heeft de Verenigde Naties (VN) gevraagd om de kolonisten te erkennen als vluchtelingen. "We horen de internationale gemeenschap nooit praten over de gevluchte joden als het gaat om vluchtelingen, waarschijnlijk omdat het niet past in het Palestijnse verhaal", zei Danon. Danon zei dat ongeveer 850.000 joden uit moslimlanden, waaronder Irak, Egypte, Marokko en Iran, tijdens de 20e eeuw zijn gevlucht na het "ondergaan van geweld en vervolging". Velen vertrokken volgens hem rond 1948 richting Israël.
De Israëlische vertegenwoordiger gaf geen verdere details over zijn voorstel, behalve dat daarmee het "gedane onrecht" aan de "Joodse vluchtelingen" erkend zou worden en "het leed" zou worden "rechtgetrokken".
Tijdens dezelfde zitting riep Riyad Mansour, de Palestijnse ambassadeur bij de VN, op tot humanitaire hulp aan Palestijnse vluchtelingen en kaartte ook aan dat de geschiedenis van aangenomen resoluties van de VN inzake het Israëlisch-Palestijnse conflict duidelijk aantoont dat er juist geen vooroordelen zijn tegen Israël. "Zo werkt het niet", zei Mansour.
Het voorstel van de Israëlische ambassadeur kwam nadat de VN verschillende resoluties over de Israëlisch-Palestijnse kwestie had aangenomen. Eén resolutie omvat een oproep tot onmiddellijke stopzetting van de Israëlische nederzetting van gebieden die Israël in de Zesdaagse Oorlog van 1967 heeft veroverd.
De recente oproep tot erkenning van Joodse vluchtelingen weerspiegelt de vastberadenheid van Israël om een eind te maken aan wat zij als pro-Palestijnse vooringenomenheid bij de VN beschouwt. De VN staat achter de meer dan 700.000 Palestijnen, die tijdens de Zesdaagse Oorlog hun huizen moesten ontvluchtten, en hun nakomelingen, nu gevestigd op de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook, Jordanië, Syrië en Libanon.
De VN richtten in 1949 haar hulp- en werkagentschap op om Palestijnse vluchtelingen te ondersteunen. Israël en de VS beschuldigden onlangs het agentschap er van anti-Israël te zijn en verlaagden vervolgens de financiering voor het agentschap van $ 360 miljoen in 2017 tot slechts $ 60 miljoen in 2018. In 2019 is de bijdrage volledig afgeschaft nadat ze het bureau "onherstelbaar gebrekkig" hadden genoemd. Israëlische leiders verwelkomden het Amerikaanse besluit.
Internationale steun is "een onmisbare bron van hoop en stabiliteit totdat voor de Palestijnse vluchtelingen een rechtvaardige oplossing is gerealiseerd", zei Mansour.