'Minister mocht bestuur Haga Lyceum niet dwingen op te stappen'

buitenland
7
20 jan '20
Onderwijsminister Arie Slob mocht het bestuur van het Amsterdamse Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam niet dwingen op te stappen.

Dat oordeelt de rechtbank in Amsterdam, nadat de islamitische middelbare school bezwaar had gemaakt tegen deze zogenoemde aanwijzing. Volgens de rechtbank had de minister deze aanwijzing niet mogen geven, omdat het een te zwaar middel is voor zo'n ingrijpende beslissing. De argumenten van Slob hiervoor werden in het vonnis grotendeels afgewezen. Zo meent de rechtbank dat de minister te hoge eisen stelt aan het schoolbestuur als het gaat om het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie.

Ook meent de rechtbank dat het bestuur niet openlijk afstand hoeft te nemen van personen met een omstreden gedachtegoed. Het is bovendien niet vast komen te staan dat de personen waarvan werd vermoed dat ze leerlingen ongewenst zouden beïnvloeden, dit ook daadwerkelijk hebben gedaan. De wijze waarop het lyceum hiermee omgaat, valt binnen de vrijheid van onderwijs.

Rapport
De rechtbank erkent wel dat de kritiek op het financiële beleid van de school terecht was, omdat er sprake was van zelfverrijking en onrechtmatig handelen. De onderwijsinspectie was hier echter al eerder van op de hoogte en heeft toen geen alarm geslagen. De minister heeft verder onvoldoende onderbouwd waarom bepaalde uitgaven in strijd waren met de regels, staat in de uitspraak.

De beslissing van Slob volgde vorig jaar september na een negatief rapport van de onderwijsinspectie over de school. Die deed aanvullend onderzoek na een waarschuwing van inlichtingendienst AIVD, die aangaf dat het bestuur zou optrekken met mensen in extremistische kringen. Het is de eerste keer dat een schoolbestuur op deze manier werd gedwongen op te stappen.

© ANP 2020
bestuur
islamitisch onderwijs
cornelius haga lyceum
arie slob
aivd
Log in met je MNL-ID
| wachtwoord vergeten?