Dat bleek vrijdag op de tweede zittingsdag van het terreurproces. Dat de Gay Pride een doelwit was, zou hoofdverdachte Hardi N. (36) hebben verklaard tijdens zijn contacten met een infiltrant van de politie. De rechter las vrijdag voor uit verklaringen van deze politie-infiltrant. Ook had de groep een plan om een legerbasis aan te vallen en joggende militairen neer te schieten, zo bleek uit het dossier waar de rechter uit citeerde.
Hardi N. legde tijdens de ontmoeting met de infiltrant uit dat hij hulp nodig had bij het plegen van een aanslag op een evenement. Hij vertelde aan de infiltrant dat hij gedroomd had dat hij "van de profeet" de opdracht had gekregen om aan te vallen en dat hij hulp nodig had van mensen die kennis hadden van wapens.
Bomvesten
De zes leden van de Arnhemse terreurgroep werden in september 2018 opgepakt in een vakantiehuisje in Weert, waarmee Nederland volgens justitie aan een grote aanslag was ontsnapt. Het Openbaar Ministerie zei na de arrestatie van de mannen niet welk evenement de verdachten op het oog hadden.
N. zou tegen de infiltrant hebben gezegd dat ze behoefte hadden aan bomvesten, kleine wapens en kalasjnikovs. Met vijf anderen was hij van plan op een festival te gaan schieten en ook handgranaten te gooien in de menigte. N. vertelde als martelaar te willen sterven. Hij werkte naar eigen zeggen 60 tot 70 uur per week om zoveel mogelijk geld te sparen voor zijn vrouw voor als hij er niet meer zou zijn.
N. beroept zich in de rechtbank op zijn zwijgrecht.