'Marokkaantje jagen' in Aalsmeer

Groepen extreemrechtse jongeren en Marokkanen leven in Aalsmeer en omgeving op voortdurende voet van oorlog met elkaar. Vechtpartijen, intimidaties en nazisme zorgen structureel voor onrust, blijkt uit onderzoek van de gemeente. De gemeente liet bureau ES&E eind 2002 de etnische spanningen onderzoeken, omdat er vrees bestond voor escalatie. De onderzoekers noemen de uitkomsten van de 'quick-scan' op sommige punten verontrustend. Een deel van de autochtone jeugd verdiept zich al langer in het (neo-)nazistische gedachtegoed. Zij dragen nazi-symbolen en gaan prat op mishandeling van allochtonen. De uitdrukking 'Marokkaantje jagen' kwamen onderzoekers meermalen tegen. Of dit ook echt gebeurt, is niet duidelijk. Wel vermoedt onderzoeker Rob Witte dat er vaker raciale conflicten zijn, die door gemeente en politie niet als zodanig worden herkend en geregistreerd. Vooral docenten in het basis- en voortgezet onderwijs merken steeds vaker een negatieve houding ten opzichte van buitenlanders, en Marokkanen in het bijzonder. Zij verbazen zich over de kennis van sommige kinderen over nazi-Duitsland. Eén van de geraadpleegde docenten had een zesjarige leerlinge die de geboortedag van Adolf Hitler kende en de Hitlergroet bracht. Ook in werkstukken keert het onderwerp regelmatig terug. De rassenhaat, die volgens Witte van structurele aard is, wordt in de gezinssituatie nauwelijks gecorrigeerd. ,,Het was en is in Aalsmeer een trend om alles wat van buiten komt, buiten te sluiten.'' Mede daardoor is in de tuindersgemeente sprake van sterke segregatie. De scherpe tegenstellingen zijn historisch zo gegroeid, meent Witte. In de jaren 1930-'40 kende Aalsmeer relatief veel NSB-aanhangers. Dat werd veroorzaakt door de zakelijke banden die bestonden tussen de tuinders en Duitsland. De invloed van die periode is volgens de onderzoekers nog steeds merkbaar.