OPINIE: 'Al verlies je Palestina uit het oog, uit het hart raakt het nooit'

marokko
1
13 jan '21
In navolging op de normalisatiedeals met Israël van verschillende Arabische landen, schreef één van onze redacteuren het volgende stuk over de Palestijnse zaak.

Mekka, Medina én op nummer drie komt Al-Quds. Heiliger bestaat haast niet, hét rijtje bij uitstek dat voor moslims een onschatbare historisch-religieuze waarde vertegenwoordigt. Palestina gaat voor mij way-back. Alles wat in opspraak raakte gedurende je jeugd, blijft je bij. De talloze beelden aan oorlogsvoering, bloedvergieten en onrecht maakten zo'n diepe indruk. Ik dacht en zei altijd: "Dat moet anders".

Maar wat kan anders als je met handen en voeten gebonden bent? Als jouw inbreng niet meer is dan die ene schreeuw in de woestijn. Wel gehoord, maar niets mee gedaan. In mijn laatste bijdrage voor dit nieuwsmedium doe ik wat wij op z'n minst moeten blijven doen met z'n allen: stelling nemen op een onvoorwaardelijke manier.

Door: Tarik Douz

Groot-Brittannië
De grote boosdoener in dit alles: Groot-Brittannië. Het mandaatgebied wat zij in hun schoot geworpen kregen, daar leek de ideale oplossing voor in de maak: een tweestatenoplossing. "Zo gezegd, zo gedaan.", zou je denken. Rond 1947 was het moment daar dat de overlevenden van de holocaust tegemoet werden gekomen. Daar waar in de periode daarvoor al een toestroom bestond van joodse immigranten en wat sinds jaar en dag onder de noemer 'Palestina' viel, moest men gaan delen.

In resolutie 181 van de Verenigde Naties (VN) kwam het zo uit dat ruim 58% van het grondgebied ten dele kwam aan de oprichting van een Joodse staat, het restant vormde de basis voor het op handen zijnde Palestina. Tegen beter weten in snoepte de toenmalige zionistische beweging uiteindelijk 'iets' meer van de taart dan aanvankelijk was afgesproken. De verhoudingen anno nu liggen op zo’n 77,53% (20.770 m2) tegenover 22,47% (6.020 m2). Niet helemaal volgens dat in eerste instantie eerlijk lijkende 'Partition Plan' van de VN.

Hoe het zover heeft kunnen komen? Dat weet eigenlijk niemand meer écht goed te verklaren. Wél is duidelijk dat het op deze voet door zal blijven gaan. Immers: het onverstoord verder bouwen aan illegale nederzettingen door de Israëlische bezettingsmacht wordt veroordeeld, evenals gedoogd.

Een goede vriend, misschien wel je beste vriend, neemt het je minder snel kwalijk als je je bezig houdt met verkeerde zaken. Je begrijpt elkaar beter. Ik kan me verplaatsen in jou, en vice versa. En als het maar even kan houd je diegene de hand boven het hoofd. Israël beschikt sinds jaar en dag over diplomatieke vernuftigheid. Je kan alles van ze vinden maar ze weten wel van aanpakken. Al gaat dat sinds mensenheugenis ten koste van anderen.

In het Westen hebben we onze mond vol van mogendheden die het de eigen bevolking moeilijk maken. Machtsmisbruik, willekeur, corruptie, onevenredig verdeelde rijkdom én het stelselmatig schenden van mensenrechten. Standaarden die met name in Europa sterk worden omarmd, maar waarvoor men een oogje dichtknijpt als bondgenoten of bevriende naties ze niet weten te waarborgen.

Het is de macht achter de macht die structurele verandering in de wereldpolitiek én de daarbij behorende conflicten in de weg zit. Wat daar ook bij zou helpen is dat, zolang het een en ander niet opgelost lijkt te worden, men ver afstand neemt van de boosdoener.

Hoop
De man die je op de foto bovenaan ziet, vergezeld door z’n toen kapotgeschoten zoon, is de hoop allang verloren. Jamal Al-Durrah (inmiddels 57 jaar oud) verloor zijn toen 12-jarige zoon Muhammad tijdens de Tweede Intifada op 30 september 2000. Beelden die de wereld hebben laten zien hoe de krachtsverhoudingen liggen in dit conflict.

Die paar in elkaar geknutselde raketten van verzetsbeweging Hamas (internationaal geframed tot terroristische organisatie) zijn voor velen hét argument om van een "gelijkwaardige strijd" te spreken. Gaza, als één van de grootste openluchtgevangenissen die onze wereld kent én de Westelijke Jordaanoever (bemand door de Palestijnse Autoriteit, omringd door een militaire Israëlische bezettingsmacht) door velen gezien en beschouwd als "volwaardige tegenstander".

Waar ik m’n betoog mee begon, dat vrienden elkaar zo nu en dan weinig tegenwicht bieden bij verkeerd handelen, dat lijkt voor Palestijnse zijde sinds kort nog meer verschil te gaan maken. De Verenigde Arabische Emiraten (VAE), Bahrein en Soedan gingen overstag. Als klap op de vuurpijl volgde óók Marokko .

Onder de noemer van de 'Abraham-akkoorden' (geïnitieerd door de bijna tot vogelvrij verklaarde president Donald Trump én de vertrekkende Israëlische preses Benjamin Netanyahu) doen verschillende Arabische landen nu wat de Palestijnen voorheen altijd voor onmogelijk hielden. Al acht ik het onwaarschijnlijk dat in de periode tot aan die normalisatiedeals de betrekkingen nul waren, een ware doodssteek in de rug van de Palestijnen is het wel.

Dat er een verschil is tussen wat een monarch of andere machthebbende doen en wat het volk wil, werd duidelijk tijdens die vele sit-ins die in Marokko werden georganiseerd tegen het omstreden Amerikaanse 'Deal of the Century'. Het Marokkaanse volk greep zich het lot van de Palestijnen tot in lengte der jaren altijd al aan. Kippenvel kreeg ik dan ook toen Raja Casablanca het in een kolkend Stade Mohammed V opnam tegen Hilal Al-Quds, dit ter gelegenheid van de Arab Club Champions Cup (red. september 2019). Een speciaal daarvoor geschreven lied 'Rajawi Filistini' door de harde kern van de twaalfvoudig landskampioen zorgde voor de nodige emotie bij de doelman van de bezoekende ploeg, de 26-jarige Rami Hamada.

Geen blad voor de mond
Waar ik voor vrees is dat het belang voor de Palestijnse zaak wordt ondergesneeuwd. Van de Arabische leiders zoals ze nu stelling nemen hoeven we qua tijdspanne van dit zenuwslopende conflict weinig te verwachten. Wel kan ik mij de spraakmakende speech van één van de eerste monarchen van het Saoedische koningshuis herinneren, koning Faisal bin Abdoul Aziz Al-Saoud.

De man die de weinige wapens die hij achter de hand had (monopolist op de toenmalige oliemarkt) aangreep om de westerse steun aan Israël tijdens de Jom Kipoer-oorlog (red. 1973) te bestraffen. Als voornaamste initiatiefnemer achter het besluit van de OPEC om geen aardolie meer te leveren aan die bewuste landen, deed hij wat men vandaag de dag verzuimt te doen: het eigen belang opofferen voor dat van een andere, minderbedeelde broeder.

Een van z’n vele gestes richting het Palestijnse volk die hij tijdens z’n misschien wel laatste grote toespraak mooi wist te verwoorden: "Waar wachten we nog op? Op het geweten van de wereld? Waar is die überhaupt, als die er al is? Al Quds roept jullie, omgeven door alle wreedheden die zich er momenteel afspelen. Waar zijn we bang voor, wat houdt ons tegen? Voor de dood? Is er iets beters dan dat je sterft in een strijd voor iets wat omwille van Allah (swt) is?".

Niet veel later moest de beste man het met de dood bekopen. Zijn neef (zoon van zijn halfbroer) Faisal bin Musaid, toen net teruggekeerd uit de Verenigde Staten, schoot koning Faisal neer. Niet veel later bezweek de toen 69-jarige grondlegger van het Saoedi-Arabie zoals we dat nu kennen, aan zijn verwondingen.

Je kan de beelden van die historische speech terugkijken. Stel daartegenover hoe het er vandaag de dag aan toe gaat en je komt tot de conclusie dat er in zo'n korte tijdspanne te veel is veranderd. En wat we nu nog kunnen doen? Werken aan onszelf, het geloof de leidraad laten zijn in ons leven en ervoor zorgen dat de Islamitische gemeenschap zoals we deze kennen, zichzelf naar een hoger plan tilt. Dat we verzaken en tot het dieptepunt komen dat de voormalige vijand wordt omarmd als dé grootste 'vriend' en tevens strategische bondgenoot. Dat geeft eens te meer aan dat onze Imaan aan kracht verliest.

Het is dan ook niet voor niets geweest dat dit onze geliefde Profeet Mohammed (saws) eeuwen geleden al zorgen baarde. In een overlevering van één van zijn metgezellen Anas Ibn Malik (Sahih, Sheikh Al-Albani) vertelt hij: "Er zal een tijd komen voor de mensen, waarin degene onder hen die wegens zijn geloof geduldig is, net als degene zal zijn die een gloeiende kool vasthoudt."

Moge Allah (swt) ons allen vergeven, de gedupeerden in deze hartverscheurende kwestie bijstaan en de overledenen verrijken met de hoogste rangen in het Paradijs. Dat Hij, de Heer der Werelden degenen die onrecht hebben gepleegd en zij die het mede mogelijk hebben gemaakt van een passende straf voorziet. Welk plan zij ook hebben, het plan van Allah (swt) overstijgt het nooit. Want zelfs met de militaire én politieke overmacht die deze 'wereldkampioen in het schenden van mensenrechten' heeft, is de strijd tot op heden nog niet gestreden en hebben de Palestijnen zich bij lange na niet gewonnen gegeven.

© Redactie 2021
marokko
palestina
israel
column
opinie
normalisatie
benjamin netanyahu
donald trump
islam
hoop
conflict
Log in met je MNL-ID
| wachtwoord vergeten?