Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het nationale bureau voor planning en statistiek HCP.
Ook het consumentenvertrouwen is gedaald naar 68,3 procent, aanzienlijk lager dan de 75,7 procent in dezelfde periode een jaar eerder.
In het eerste kwartaal van 2021 meldde 64,8 procent van de gezinnen een verslechtering van de levensstandaard te hebben ervaren in de voorgaande twaalf maanden.
Ruim 21 procent gaf aan geen verschil te hebben waargenomen en in 14,3 procent van de gevallen was sprake van een verbetering.
Consumentenvertrouwen
Van de ondervraagde huishouden verwacht verwacht 26,0% een verslechtering te zien in de komende twaalf maanden, 34,8% verwacht dat deze zal stabiliseren en 39,2% verwacht dat de situatie zal verbeteren.
Het overgrote deel (76,1 procent) verwacht dat de werkloosheid de komende twaalf maanden verder zal toenemen, slechts 13,9 procent denkt dat de situatie zal verbeteren en dat de werkloosheid zal afnemen.
In het eerste kwartaal van 2021 zal 73,2 procent van de huishoudens geen grote aankopen doen. Slechts 11,7 procent heeft voldoende vertrouwen in de economie en waagt het erop om geld uit te geven aan roerend goed.