Dat komt neer op gemiddeld vijf doden per dag, blijkt uit het rapport van de Spaanse mensenrechtenorganisatie Caminando Fronteras.
De meeste doden vielen bij de oversteek vanuit het Afrikaanse vasteland naar de Canarische Eilanden. 28 scheepswrakken met in totaal meer dan 800 migranten lieten het leven tijdens de levensgevaarlijke overtocht naar de eilandengroep die 100 kilometer ten westen van de kust van Marokko ligt.
De overige slachtoffers kwamen te overlijden op de Alboran-zeeroute (drie scheepswrakken met 35 doden), de Algerijnse route (11 scheepswrakken met 101 doden) en de Straat van Gibraltar (twee scheepswrakken met twee doden).
Meer dan 85 procent van de overledenen is geïdentificeerd. Onder de 978 doden zitten 118 vrouwen en 41 kinderen. Volgens de NGO Caminando Fronteras kwamen de slachtoffers uit maar liefst 23 verschillende landen, waaronder Marokko, Algerije, Senegal, Syrië, Guinee en Ivoorkust.
Het aantal doden tot dusver ligt aanzienlijk lager dan het aantal doden (2.087) in dezelfde periode een jaar eerder. Volgens de NGO komt dat door verbeterde controle door Marokko en Spanje.