Anderhalve maand geleden bezorgde NAC de Amsterdammers in De Arena in competitieverband ook al een pijnlijke nederlaag (3-1).
Ajax was na de monsterzege op AZ nog wel met zo'n goed gevoel aan de wedstrijd begonnen. Maar zonder de gespaarde Edgar Davids bleek de ploeg van Adrie Koster net zo labiel als in de eerste seizoenshelft. NAC was feller en won meer duels, waardoor de Ajacieden nooit in hun spel kwamen.
De thuisploeg deelde de eerste klap in de 21ste minuut. Ajax leek op voorsprong te komen. Jan Vertonghen pegelde op de lat en Klaas-Jan Huntelaar dwong Jelle ten Rouwelaar uit de rebound tot een knappe redding. In de tegenstoot verschalkte Kurt Elshot van een dikke twintig meter vervolgens Maarten Stekelenburg, die geen hand achter de dwarrelende inzet kreeg.
In het begin van de tweede helft zette Ajax wel overtuigend aan. Het offensief leverde kansen op. Maar alleen via een scrimmage voor het Bredase doel wist Luis Suárez de bal er in drie pogingen in te rommelen: 1-1.
De hoop op een comeback boorde NAC met drie treffers in tien minuten de grond in. Ajax verdedigde amateuristisch, waardoor Anthony Lurling kon soleren en Ahmed Ammi kon binnenwerken. Daarna dekte Vertonghen aan de verkeerde kant en kopte Patrick Zwaanswijk raak. En tot slot pingelde Lurling en schoot hij zelf de vierde binnen.
Suárez deed met een voorzet die ineens in het doel zeilde nog wat terug. De Uruguayaan deed echter alsof hij bewust een fraaie lob produceerde. Voor Ajax maakte het ook niets meer uit. Een tweede flater tegen NAC was een feit en de nummer twee van de Eredivisie kan zich volledig richten op de competitie.